Voor ik er eigenlijk erg in heb is het al gebeurd. Ik zit op de grond en ben een beetje beduusd. Even bijkomen hoor, maar dan ga ik gewoon weer verder.
Mijn eerste koersen dit seizoen zijn nog niet erg succesvol verlopen. Het is inmiddels mijn derde seizoen, maar het voelt soms als mijn eerste. Ook vorig jaar begon mijn seizoen moeizaam. Misschien hoort dat gewoon bij mij, kom ik altijd een beetje langzaam op gang.
Wacht, ik zie iets roods op mijn brillenlens zitten. Dat is vast bloed. Ik kijk naar beneden en er druppelen flink wat bloeddruppels op mijn shirt en broek. Misschien is verder rijden toch geen optie meer.
Het weer hielp natuurlijk ook niet mee. Zeurde ik vorig jaar dat we pas in mei zonder armstukken konden koersen, dit jaar worden alle koers-don’ts verbroken vanwege de kou. Mutsen gaan op, langgemouwde thermo-shirts gaan aan. Daarover heen nog een shirt met lange mouwen, of in elk geval armstukken. En lange, dikke handschoenen. Dingen die normaal een absolute no-go zijn. Maar nu moest het. Anders waren er aan het einde van de koers lichaamsdelen bevroren geweest.
Het eerste dat ik vraag aan de mevrouw die bij me komt is ‘heb ik mijn tanden nog?’. Gerustgesteld met het antwoord zegt ze me wel meteen dat ik een snee heb bij mijn oog en dat er gehecht zal moeten worden.
Eindelijk begon het lekker te gaan. Had die ene koers in België nu net niet op de ochtend zelf haar parkoers veranderd, dan was dat ook goed gegaan. Of was de klim die er ineens in zat eigenlijk het probleem niet? Was het gewoon de verschrikkelijke versnelling die Thalita de Jong erna inzette die me de das omdeed? In elk geval begon het beter te gaan. En in Oploo ging het voor het eerst prima. Ondanks de sneeuwbui die nog naar beneden kwam.
Als de mevrouw me verbindt wordt ik een beetje duizelig, dus legt ze me op mijn zij. Vanwege de kou krijg ik een deken over me heen. Ik zie eruit als een zwaar gewonde. Maar ik sta zelf op en loop naar de auto die me naar de EHBO brengt.
Schrikreactie
Het peloton in Oploo is nerveus. Ik laat me dus een beetje naar achteren zakken, want daar is meer ruimte. Ik wil net wat drinken en heb mijn bidon al gepakt. Plots remmen een paar meiden direct voor me. In een schrikreactie knijp ik met mijn vrije hand m’n rem hard in. Laat dat nu net mijn linkerhand zijn… Een val direct op mijn gezicht is het resultaat. Ook heb ik een gekneusde rechterpink – maar hoe dat is gebeurd is mij nog steeds een raadsel. De restjes val zijn nog steeds op mijn gezicht af te lezen, maar ik ben inmiddels niet meer afschrikwekkend.
Omgaan met teleurstellingen hoort ook bij wielrennen. Of dit nu een valpartij of een slechte uitslag is. Dus terwijl ik weer bijkom van de val zal ik juist het goede gevoel van deze wedstrijd meenemen en mij weer focussen én verheugen op de volgende wedstrijden die ik rijd. Want ik heb mijn tanden nog. En de rest heelt vanzelf.