Vrouwen, een raar volk

img_7248Vallen. Het is een onderwerp dat me nog steeds vaak bezig houdt. Ik ben inmiddels mijn angst van de valpartij in Oploo volledig kwijt. Ik kruip alweer lekker in de gaatjes tussen mijn medecoureurs zodat ik uit de wind zit en ben niet elke keer dat mensen hun benen stilhouden bang dat het peloton ineens abrupt tot stilstand komt. Maar de minder prominente angst die er altijd wel is om te vallen blijft nog steeds aanwezig. In de Parel van de Veluwe was er direct na de neutralisatie al meteen een flinke valpartij. De schade aan fietsen en vooral ledematen viel uiteindelijk gelukkig heel erg mee. Maar het klonk ontzettend hard. Het gebeurde rechts van mij en ik zag hoe zo’n tien, vijftien dames die zich eerst nog op dezelfde snelheid als de mijne voortbewogen ineens tot stilstand kwamen in een grote berg van carbon en rensters. Er werd geroepen, geschreeuwd en ook de piepende remmen van rensters die de hoop nog wilden ontwijken waren weer aanwezig. Flinke consternatie, kort gezegd. En hoewel iedereen meteen flink was wakker geschud, was het de kilometers erna ook nog erg onrustig. Met exorbitante en onnodige rem- en ontwijkacties bij de vrachtwagens die van tijd tot tijd op de linkerweghelft werden stil gezet. Ik geef het niet de schuld ervan dat mijn koers zo slecht ging, maar het ging me wel even in de benen en het hoofd zitten.

Een korte pep talk van mijn trainer moest me na de slechte koersen in de Parel en de Kerspelen weer even op het juiste pad brengen. Ja, het is mijn hobby. Nee, ik ben geen talent. Dus moet ik vooral zorgen dat ik blijf genieten van het fietsen en niet gefrustreerd raak. Nog best een opgave voor iemand wiens hoofd ook buiten de sport om soms aardig in de weg kan zitten. Toen ik vertelde over de valpartij en de hysterie die er vaak bij de vrouwen komt kijken wanneer er een valpartij plaatsvindt, vertelde mijn trainer dat er bij de mannen juist vaak geprobeerd wordt om iedereen zo kalm mogelijk te houden. Dat enkele renners een ingetogen ‘rustig, rustig’ schreeuwen, maar dat er verder zonder al te veel poeha om de gevallen renner(s) wordt heen gestuurd en men de koers weer vervolgt. Wat een verademing moet dat zijn als je niet in een omgeving van totale paniek terecht komt zodra er iemand het asfalt aanraakt. Het is voor de renster die neerkomt heel vervelend, maar geen reden om dan maar meteen het hele peloton in die schrik mee te nemen.

Een kleine valpartij tijdens het clubkoersje op Sloten afgelopen zaterdag liet zien dat het er inderdaad ook anders aan toe kan gaan. De gevallen renner kwam midden op het asfalt neer. Maar er werd simpelweg even kort geroepen dat er iemand gevallen was, men wees naar de plek waar deze meneer lag en stuurde zonder problemen of paniek rustig om hem heen, terwijl hij zijn fiets oppakte om weer door te gaan. Nu kent Sloten gelukkig een breed parkoers, waardoor om iemand heen sturen geen al te moeilijke opgave is. Maar waarom het vrouwen niet lukt om gewoon rustig te blijven zodra er iets onverwachts gebeurt – of dit nu een valpartij, een obstakel op de weg of klein bochtje in een verder loodrechte weg is -, is mij een raadsel. We doen het zelf, klagen er allemaal over, maar kunnen er blijkbaar als collectief niets aan veranderen. Het is een aparte gewaarwording. Vrouwen; we zijn toch wel een beetje een raar volk.

Fotografie: Duane van der Geld

Deze blog kan ook gelezen worden op Wielertaal.nl.

Wielersport-column ‘Heb ik mijn tanden nog?’

TomBoonenVoor ik er eigenlijk erg in heb is het al gebeurd. Ik zit op de grond en ben een beetje beduusd. Even bijkomen hoor, maar dan ga ik gewoon weer verder.

Mijn eerste koersen dit seizoen zijn nog niet erg succesvol verlopen. Het is inmiddels mijn derde seizoen, maar het voelt soms als mijn eerste. Ook vorig jaar begon mijn seizoen moeizaam. Misschien hoort dat gewoon bij mij, kom ik altijd een beetje langzaam op gang.

Wacht, ik zie iets roods op mijn brillenlens zitten. Dat is vast bloed. Ik kijk naar beneden en er druppelen flink wat bloeddruppels op mijn shirt en broek. Misschien is verder rijden toch geen optie meer.

Het weer hielp natuurlijk ook niet mee. Zeurde ik vorig jaar dat we pas in mei zonder armstukken konden koersen, dit jaar worden alle koers-don’ts verbroken vanwege de kou. Mutsen gaan op, langgemouwde thermo-shirts gaan aan. Daarover heen nog een shirt met lange mouwen, of in elk geval armstukken. En lange, dikke handschoenen. Dingen die normaal een absolute no-go zijn. Maar nu moest het. Anders waren er aan het einde van de koers lichaamsdelen bevroren geweest.

Het eerste dat ik vraag aan de mevrouw die bij me komt is ‘heb ik mijn tanden nog?’. Gerustgesteld met het antwoord zegt ze me wel meteen dat ik een snee heb bij mijn oog en dat er gehecht zal moeten worden.

Eindelijk begon het lekker te gaan. Had die ene koers in België nu net niet op de ochtend zelf haar parkoers veranderd, dan was dat ook goed gegaan. Of was de klim die er ineens in zat eigenlijk het probleem niet? Was het gewoon de verschrikkelijke versnelling die Thalita de Jong erna inzette die me de das omdeed? In elk geval begon het beter te gaan. En in Oploo ging het voor het eerst prima. Ondanks de sneeuwbui die nog naar beneden kwam.

Als de mevrouw me verbindt wordt ik een beetje duizelig, dus legt ze me op mijn zij. Vanwege de kou krijg ik een deken over me heen. Ik zie eruit als een zwaar gewonde. Maar ik sta zelf op en loop naar de auto die me naar de EHBO brengt.

Schrikreactie
Het peloton in Oploo is nerveus. Ik laat me dus een beetje naar achteren zakken, want daar is meer ruimte. Ik wil net wat drinken en heb mijn bidon al gepakt. Plots remmen een paar meiden direct voor me. In een schrikreactie knijp ik met mijn vrije hand m’n rem hard in. Laat dat nu net mijn linkerhand zijn… Een val direct op mijn gezicht is het resultaat. Ook heb ik een gekneusde rechterpink – maar hoe dat is gebeurd is mij nog steeds een raadsel. De restjes val zijn nog steeds op mijn gezicht af te lezen, maar ik ben inmiddels niet meer afschrikwekkend.

Omgaan met teleurstellingen hoort ook bij wielrennen. Of dit nu een valpartij of een slechte uitslag is. Dus terwijl ik weer bijkom van de val zal ik juist het goede gevoel van deze wedstrijd meenemen en mij weer focussen én verheugen op de volgende wedstrijden die ik rijd. Want ik heb mijn tanden nog. En de rest heelt vanzelf.

Vlaanderens mooiste Hoogmis 2011

Volgende week stort ik mij pas weer in het koersgeweld. Enkele van mijn ploeggenootjes starten vandaag bij de Wielerronde van Oploo en junior-ploeggenootje D. heeft gisteren een mooi resultaat behaald in de Jeugdronde van Piershill. Maar dit weekend doe ik nog even niet mee. Mijn knie is inmiddels zo goed als pijnloos, dus dinsdagavond sta ik weer aan de start. Deze zondagmiddag besteed ik – uiteraard – voor de televisie. Want de Hoogmis is op televisie. Zonder mijn favoriet Niki, dat wel. En of we iets van de vrouwenwedstrijd te zien krijgen, zal mij ook nog benieuwen…

Foto: Sirotti.cyclingfans.com