Vallen. Het is een onderwerp dat me nog steeds vaak bezig houdt. Ik ben inmiddels mijn angst van de valpartij in Oploo volledig kwijt. Ik kruip alweer lekker in de gaatjes tussen mijn medecoureurs zodat ik uit de wind zit en ben niet elke keer dat mensen hun benen stilhouden bang dat het peloton ineens abrupt tot stilstand komt. Maar de minder prominente angst die er altijd wel is om te vallen blijft nog steeds aanwezig. In de Parel van de Veluwe was er direct na de neutralisatie al meteen een flinke valpartij. De schade aan fietsen en vooral ledematen viel uiteindelijk gelukkig heel erg mee. Maar het klonk ontzettend hard. Het gebeurde rechts van mij en ik zag hoe zo’n tien, vijftien dames die zich eerst nog op dezelfde snelheid als de mijne voortbewogen ineens tot stilstand kwamen in een grote berg van carbon en rensters. Er werd geroepen, geschreeuwd en ook de piepende remmen van rensters die de hoop nog wilden ontwijken waren weer aanwezig. Flinke consternatie, kort gezegd. En hoewel iedereen meteen flink was wakker geschud, was het de kilometers erna ook nog erg onrustig. Met exorbitante en onnodige rem- en ontwijkacties bij de vrachtwagens die van tijd tot tijd op de linkerweghelft werden stil gezet. Ik geef het niet de schuld ervan dat mijn koers zo slecht ging, maar het ging me wel even in de benen en het hoofd zitten.
Een korte pep talk van mijn trainer moest me na de slechte koersen in de Parel en de Kerspelen weer even op het juiste pad brengen. Ja, het is mijn hobby. Nee, ik ben geen talent. Dus moet ik vooral zorgen dat ik blijf genieten van het fietsen en niet gefrustreerd raak. Nog best een opgave voor iemand wiens hoofd ook buiten de sport om soms aardig in de weg kan zitten. Toen ik vertelde over de valpartij en de hysterie die er vaak bij de vrouwen komt kijken wanneer er een valpartij plaatsvindt, vertelde mijn trainer dat er bij de mannen juist vaak geprobeerd wordt om iedereen zo kalm mogelijk te houden. Dat enkele renners een ingetogen ‘rustig, rustig’ schreeuwen, maar dat er verder zonder al te veel poeha om de gevallen renner(s) wordt heen gestuurd en men de koers weer vervolgt. Wat een verademing moet dat zijn als je niet in een omgeving van totale paniek terecht komt zodra er iemand het asfalt aanraakt. Het is voor de renster die neerkomt heel vervelend, maar geen reden om dan maar meteen het hele peloton in die schrik mee te nemen.
Een kleine valpartij tijdens het clubkoersje op Sloten afgelopen zaterdag liet zien dat het er inderdaad ook anders aan toe kan gaan. De gevallen renner kwam midden op het asfalt neer. Maar er werd simpelweg even kort geroepen dat er iemand gevallen was, men wees naar de plek waar deze meneer lag en stuurde zonder problemen of paniek rustig om hem heen, terwijl hij zijn fiets oppakte om weer door te gaan. Nu kent Sloten gelukkig een breed parkoers, waardoor om iemand heen sturen geen al te moeilijke opgave is. Maar waarom het vrouwen niet lukt om gewoon rustig te blijven zodra er iets onverwachts gebeurt – of dit nu een valpartij, een obstakel op de weg of klein bochtje in een verder loodrechte weg is -, is mij een raadsel. We doen het zelf, klagen er allemaal over, maar kunnen er blijkbaar als collectief niets aan veranderen. Het is een aparte gewaarwording. Vrouwen; we zijn toch wel een beetje een raar volk.
Fotografie: Duane van der Geld
Deze blog kan ook gelezen worden op Wielertaal.nl.