De eerste tweede koers

Mijn eerste wedstrijd die ik voor de tweede keer rijd is geweest. Ik ben nu officieel geen echt nieuwelingetje meer, maar nog zeker wel een beginneling. De start ging niet vlekkeloos, maar ik schoof lekker op naar voren. Ik zat goed in het wiel van mijn voorgangsters, ondanks de nerveuze rem-en-optrek-bewegingen die al wel zes keer in de eerste kilometer tot een bijna-valpartij leidden. Om me heen hoorde ik al flink wat gehijg, terwijl ik eigenlijk met vrij veel gemak mijn plekje in het peloton wist te behouden. Ik dacht ‘Dit wordt hem! Een mooie openingsklassieker!’. Maar ik zat toch niet ver genóeg van voren. Een valpartij zo op 1/3e van het peloton zorgde ervoor dat ik samen met ploeggenootje S. uit de pedalen moest, om de gevallen rensters heen die breeduit over de weg lagen, en weer terug naar het peloton moest komen. En daar lag het probleem. Ploeggenootje O. probeerde ons nog terug te rijden, maar vanwege de chaos tussen de auto’s, met andere rensters, juryauto’s (waar je juist níet achter mag gaan hangen) en een ploegleidersauto van een andere ploeg die mij en R. bijna aanreed, lukte het me niet om haar wiel te houden. De Swabo-ploegwagen probeerde om S., die iets verder achterop was geraakt, terug te brengen naar het peloton, maar daardoor konden ze niet afremmen om mij ook op te pikken. Al met al reguliere wedstrijdchaos, die er absoluut bij hoort, maar die ik nog niet helemaal aan kan. En dan ontbreekt dat stukje ervaring, kracht en snelheid om een peloton weer terug te vinden na een valpartij.

Ik lag er opnieuw in de eerste ronde af. Later kwamen S. en ik samen met enkele andere rensters weer samen en hebben we in perfect uitgevoerde waaiers (al zeg ik het zelf) de afstand naar het achteropliggende pelotonnetje weten te verkleinen. Maar we werden bij de verzorging helaas uit de koers gehaald. Einde exercitie.
Het enige wat ik tegen mezelf kan zeggen is: Adem in, adem uit. Je eerste tweede koers is voorbij.

Foto’s: Gerrit Konings en Rudie Ottens

(En eigenlijk maakt deze ‘nederlaag’ natuurlijk helemaal niet uit – in het grote geheel. Want voor de wedstrijd hebben ook wij een minuut stilte gehouden om de slachtoffers van het busongeluk in Zwitserland te gedenken. Al die kindertjes in het ziekenhuis, ouders die hun kindje moeten begraven en alle andere gewonden en nabestaanden. Dan is een beetje minder verlopen wedstrijd daar natuurlijk helemaal niks bij. Daarvan ben ik me uiteraard wel degelijk bewust.)

Happy St. Patrick’s Day

Het mag dan mijn eerste koersdag in het Nederlandse wielerseizoen zijn, het is ook gewoon St. Patrick’s Day. Dus ik zou zeggen; pak er een Guinness of Magners bij en kom kijken naar de Omloop van Strijen in de Hoeksche Waard. Of ga lekker met de benen onderuit voor de tv hangen om Milaan-San Remo te kijken. Ik heb om deze Ierse feestdag te vieren in ieder geval mijn groene Bontrager-helm op!

Afbeelding: House & Garden Flags

Kieken

Gisteravond werd op Wielerland.nl bekend gemaakt dat de Belgische ploeg Sengers Ladies cycling team de UCI-status zal aanvragen. Naast het Lotto Honda Team en Topsport Vlaanderen krijgt België dus net als Nederland een derde UCI-vrouwenploeg. Met de UCI-status wordt de ploeg ook op internationaal niveau ‘erkend’. Alle andere ploegen in Nederland zijn clubploegen, SwaboLadies dus ook. Wel zijn er daarbinnen enkele LSV-ploegen (Landelijke Sponsorselectie Vrouwenteam), die net weer wat hoger van niveau zijn. Oud-Swabistes A. en N. zijn bijvoorbeeld naar Specialized-DPD Pakketservice gegaan, en ook Skil-Koga is zo’n LSV-ploeg.
Allemaal best ingewikkeld – en dan heb ik nog niet eens het verschil tussen elite mét en zónder contract uitgelegd. Ik heb er zelf ook een jaar over gedaan voor ik eindelijk een beetje doorhad hoe het zat. Maar goed. Daar gaat deze blog niet direct over. Onthoud maar in ieder geval dat de Sengers Ladies goede rensters zijn. Want dit nieuwsbericht deed me terugdenken aan het begin van mijn seizoen. Even terug in de tijd.
Bij de Omloop van Strijen stond ik in het startvak; bloed-ner-veus! Het was mijn allereerste wedstrijd. Ik had alleen nog maar wat trainingswedstrijdjes gereden en die bleken achteraf best te verschillen van elitewedstrijden. Ik was zó zenuwachtig, dat ik er misselijk van werd. En we stonden ook al zo vroeg in het startvak klaar. Ik moest iets verzinnen om mijn zenuwen in bedwang te krijgen. Van rennersinterviews op tv had ik wel eens gehoord dat ze soms een ‘wiel pakken’ en zich alleen daar op richten: in dat wiel blijven! Dus ik besloot met mijn naïeve geest om dat ook te doen. En ik koos een Sengers-renster uit.
Ik heb haar na het startschot niet één seconde meer gezien. Ze was meteen vertrokken naar de voorkant van het peloton. Van alle meiden die er reden had ik namelijk de huidige Belgische kampioene uitgekozen. En niet alleen is ze in 2011 nationaal kampioen van België geworden, ook als nieuweling– en junior-meisje heeft ze al meerdere keren de zwart-geel-rode trui mogen aantrekken. Mega-beginnersfout dus. Ken je concurrenten, ken de andere ploegen! Inmiddels weet ik prima bij welke rensters ik wel en niet in het wiel moet zitten, welke meiden van hetzelfde niveau zijn en welke way out of my league. Maar zeker met dit nieuwsbericht moest ik toch weer even grinniken over mijn domme actie in Strijen.

Foto’s: Sengers Ladies en Lotto Cycling Cup

Geen kattig gedoe achterin het peloton

Toen ik voor de eerste keren met Swabo mee ging trainen afgelopen herfst, kreeg ik – voornamelijk van mannen – te horen dat het vrouwenpeloton best gemeen kon zijn. Mannelijke renners zouden elkaar tijdens een wedstrijd wel in de hekken duwen, maar zouden er geen problemen mee hebben om vijf minuten later samen een figuurlijk gesproken pintje weg te tappen. Maar rensters; dat zouden kattenkoppen zijn, enorm gemeen (soms achter je rug om) en het haren-trek-gehalte zou hoog zijn. Ondanks dat ik mij niet meteen veel aantrok hiervan, was ik er toch wel een beetje zenuwachtig voor tijdens mijn eerste koersjes.

Maar ik had me voor niks druk gemaakt. Tijdens het Haags Regio Kampioenschap pakte ik mij samen met een meisje in Leontien.nl-kleding en toen ik er eventjes doorheen zakte riep ze bemoedigend ‘kom op, we rijden deze wedstrijd samen uit!’. Ook in Strijen heb ik geen vervelende dingen meegemaakt, hoewel ik hoogst waarschijnlijk toch echt wel wat beginnersfouten heb gemaakt. Samen met een renster van de Peddelaars heb ik – tevergeefs – hard gewerkt om weer terug naar het peloton te komen.

Afgelopen zondag stond echter de Parkhotel Rooding Hills Classic op het programma. Qua niveau een treetje hoger. Een flink treetje, want onder andere de verse wereldkampioene scratch, Marianne Vos stond aan de start. Zou het er hier ook nog zo gemoedelijk aan toegaan? Of zouden mijn beginnersfoutjes door de grote dames niet meer zo gemakkelijk vergeven worden? Enigszins gespannen stond ik aan de start, waar zusje C. ook gezellig naar toe was gekomen – en meteen aan het werk werd gezet om alle jasjes van de rensters aan te nemen. Op een veel te kleine plek voor 160 rensters stonden we onder een veel te krappe boog klaar. Het startschot klonk en na een chaotisch vertrek begon de belachelijk zware race.

Ook hier heb ik geen vervelende ervaringen aan over gehouden. Goed, ik heb geen moment met de grote dames voorin het peloton gereden, waar het er wellicht harder aan toegaat, en werd voortijdig uit koers gehaald. Maar samen met ploeggenootje M. en een renster van WV Noord-Westhoek hebben we na het passeren van de bezemwagen gezellig nog een stukje getraind in de Zuid-Limburgse heuvels. En dat ondanks dat wij van Swabo en de Noord-westhoek-renster elkaar tijdens het koersgeweld flink de huid hebben volgescholden. Maar zie hier; ook dames kunnen gemeen zijn tijdens de koers en daarna zonder problemen samen dat figuurlijke pintje drinken! Hopelijk geldt dat ook voor de dames die verder naar voren in het peloton rijden, wanneer ik daar ooit zit zal ik erover rapporteren!

Foto’s: Edge Fotografie

De eerste koers; een kwestie van in- en uitademen

Vandaag is mijn eerste officiële elitewedstrijd. Het Haags Regio Kampioenschap; dat was niet ‘voor het echie’, dat was de generale repetitie. Nu gaat het gebeuren, vandaag krijg ik de vuurdoop.

Adem in, adem uit. Niet groter maken dan het is en jezelf helemaal gek en nóg zenuwachtiger maken.

Met een groep van zes auto’s vertrekken we richting Strijen. Zelf bestuur ik mijn Panda’tje met M. als bijrijder; gezellig. Maar er wordt flink doorgetrokken en als we verkeerd blijken te zitten gaat het gas er helemaal op. Mijn Panda’tje heeft niet zoveel vermogen, ik kan niet zo snel volgen! Inmiddels zitten er alweer tien auto’s tussen mij en de andere Swabo-auto’s!!

Adem in, adem uit. Je hebt via route.anwb.nl opgezocht waar je heen moest en M. heeft navigatie op haar telefoon – je komt er wel.

We arriveren met vier auto’s bij de permanence, waar de andere twee inmiddels ook al een plekje hebben gevonden. Voorbereiding; eerst omkleden en dán ploegenbespreking of andersom? Doe ik beenstukken aan? En doe ik armstukken of een lang shirt aan? – Het wordt een korte broek met flink Born op de beentjes en armstukken tot 3/4 opgerold. Ik rijd nog even in en ga bij de start klaar staan.

Adem in, adem uit. Je hebt ruim voldoende getraind, je conditietest was goed, je bent er klaar voor!

Het startschot klinkt en de mooie inklikpassage voltrekt zich. Binnen de neutralisatie moeten we twee keer over een rotonde en sommige meiden blijken niet zo stuurvast. Maar niemand valt en de wedstrijd wordt vrijgegeven. Opschakelen, doortrekken, opschakelen, aanhaken en je positie zoeken. Ik haal weer wat plekjes terug die ik tijdens de neutralisatie was verloren, maar zit alsnog vrij ver naar achteren. Dan komt het peloton twee keer plotseling vrijwel helemaal tot stilstand. Of het een valpartij is, iemand lek rijdt of dat het gewoon stuurfoutjes zijn, dat kan ik van achteren niet zien. Maar ondanks dat ik pelotonrijden in principe niet eng vind, krijg ik toch wel een beetje trillende beentjes en armen van deze plotselinge remacties.

Adem in, adem uit. Vergeten en doorgaan!

Zonder dat ik er echt erg in heb zit er toch een flink gaatje tussen mij en het peloton. Ik probeer door te trekken, maar het gaat niet zo gemakkelijk als ik had gehoopt. En ik zit op kop van een groepje meiden die állemaal terug in het peloton willen komen. Ik kijk achterom om te zeggen ‘help ook ’s mee!’ Gelukkig begrijpen ze dit en dragen ze hun steentje bij. Maar we blijven op zo’n 10 meter bungelen en langzaam merk ik dat ik er ook bij dit groepje uit begin te zakken. De ploegwagen komt naast me rijden en moedigt me nog eens aan. Ik rijd een stukje achter de auto en kom terug in het groepje. Maar bij het aanzetten na een bocht raak ik toch weer wat centimertjes kwijt. Er komt een bocht naar rechts aan. De helft van de ploegwagens besluit links van de weg te gaan staan, de andere helft rechts. Dit betekent dat ik ineens flink in de remmen moet knijpen om tussen de 10 cm die ze voor mij hebben overgelaten door te fietsen.

Adem in, adem uit. Geen energie, zuurstof en hartslagen verspillen aan boos zijn op deze situatie! 

Langzaam maar zeker zie ik het peloton steeds verder van me af. Er komt nog een andere renster langs en ik klamp aan. Maar mijn beurten op kop duren langer en gaan met hogere snelheid, en ik blaas mezelf op. Mijn benen kúnnen niet meer. Dit is het moment waarop je niet moet opgeven en toch nog één keer moet aanzetten. Dat doe ik ook, maar het mag niet baten. De bezemwagen haalt me in en mij wordt verteld dat ik mag terugkeren naar de finish, waar ik me bij de jury mag afmelden.

Adem in, adem uit. Je eerste wedstrijd zit erop. 

Foto’s: Tom Vrehen, Ottie en Katoe Fotografie